Cookieverklaring van de TUI Group

Winglets:

Doorheen de jaren werden al onze vliegtuigen uitgerust met opstaande vleugeltippen, winglets genaamd. Deze verminderen de weerstand en turbulentie rond de vleugels en creëren dus een verbeterde aerodynamica, waardoor minder brandstof verbruikt wordt. Deze modificatie betekende een belangrijke investering voor TUI fly. Bij een Boeing 737 levert dit een minderverbruik en –uitstoot op van ongeveer 3%, terwijl dit bij de Boeing 767 zelfs kan oplopen tot 6%.

Vanaf 2014 worden deze winglets één voor één omgebouwd naar gesplitte winglets. Deze aanpassing zal nog eens een extra brandstof- en uitstootbesparing van zo’n 2% opleveren. 

Vanaf 2018 verwachten we de introductie van de Boeing 737MAX in onze vloot, de opvolger van onze huidige 737 “Next Generation” toestellen. De 737MAX wordt het meest vooruitstrevende vliegtuigtype in het middellangeafstandssegment. Dit toestel wordt uitgerust met een verder geoptimaliseerde versie van de gesplitte winglets en met motoren van de allernieuwste generatie. Hierdoor worden het verbruik en de CO2 uitstoot met nog eens 13% verlaagd en wordt 40% minder geluid geproduceerd. 

Afval aan boord:

Op een typische vlucht naar een vakantiebestemming, die al gauw enkele uren duurt, wordt afval geproduceerd. Ons cabinepersoneel zorgt ervoor dat recycleerbare materialen zoals papier, karton, aluminium (drankblikjes), glas en plastic gescheiden worden van restafval, zodat ze opnieuw kunnen verwerkt worden tot volwaardige materialen en geen nadelige gevolgen hebben voor het milieu.  

Gewichtsreductie:

Een zwaarder vliegtuig verbruikt meer brandstof en genereert meer CO2. Daarom is TUI fly al van bij het begin bezig met de implementatie van gewichtsreducerende oplossingen. Zo hebben we bv. lichtere stoelen geïnstalleerd, wordt de bagage manueel in- en uitgeladen i.p.v. met een zwaar automatisch systeem in de cargoruimte, en gebruiken we speciale lichtgewicht trolley’s voor de service aan boord.

Brandstof- en milieurapport:

Na elke vlucht krijgen onze piloten een Excel-file met de “prestatie” van hun vlucht, i.v.m.:

• Het brandstofverbruik in vergelijking met de TUI fly-norm.
• De kost van hun brandstofverbruik tijdens de vlucht.
• De ecologische impact van elk van hun beslissingen tijdens de vlucht, gemeten in CO2-uitstoot.

TUI fly is hiermee uniek in ons land. 

Via deze weg krijgen we ook een rapport per vliegtuig, zodat we, voor elk vliegtuig afzonderlijk, snel en tijdig kunnen reageren om technisch optimaal en verbruik-/uitstootbewust te vliegen.

Optimale en dynamische vliegplanning:

Dankzij de nieuwste boordcomputers in onze vliegtuigen kunnen wij ons verbruik en onze uitstoot optimaliseren:

• Wij berekenen elk vliegplan – o.a. snelheid, hoogte, gewichtsverdeling – in functie van de vooraf ingegeven parameters, maar passen het ook continu aan aan de actuele én tijdens de vlucht veranderende parameters.
• Deze systemen laten ons toe om aan ‘variable speed planning’ te doen. Concreet betekent dit dat wij niet alleen tanken in functie van de wind op onze route, maar ook de vliegsnelheid aanpassen in functie van de wind. Het is immers een publieke misvatting dat je minder zou verbruiken door constant trager te vliegen. Wat wel klopt, is dat je door een aangepaste snelheid – trager of net sneller – in functie van hoogte en wind, minder verbruikt en dus ook minder CO2 uitstoot.

Naar een papierloze cockpit:

In combinatie met de boordcomputers werken de TUI piloten in de cockpit niet langer met papieren manuals en manuele berekeningen, maar worden speciale laptops gebruikt, die enkele belangrijke voordelen met zich meebrengen:

• Een geoptimaliseerde berekening van de gewichtsverdeling met een lager verbruik en een lagere CO2 uitstoot tot gevolg
• Per dag worden 2000 pagina’s minder afgedrukt
• Het verminderen van het aantal papieren manuals levert een gewichtsbesparing op en 1 miljoen pagina’s minder papier per jaar

Continue daling:

Bij het naderen van de bestemming hanteren onze piloten zoveel mogelijk het ‘continuous descent approach (CDA)’ principe. Hierbij wordt, in samenwerking met de luchtverkeersleiding en als de omstandigheden het toelaten, de daling naar de luchthaven zo laat mogelijk ingezet in plaats van trapsgewijs te dalen. Op die manier vliegen we zo lang mogelijk op grote hoogte, waar het brandstofverbruik en de CO2 uitstoot een stuk lager liggen. Bovendien wordt de geluidsoverlast hierdoor ook tot een minimum beperkt.

Energiebesparende maatregelen na de landing:

Wanneer de omstandigheden het toelaten, wordt er na de landing op slechts één motor naar de terminal getaxied, met een lager brandstofverbruik en een lagere uitstoot tot gevolg. Eens aangekomen bij de terminal worden de motoren zo snel mogelijk stilgelegd, waarna een kleinere hulpmotor kan opgestart worden om het vliegtuig van de nodige elektriciteit te blijven voorzien. Waar mogelijk vragen onze piloten echter altijd om een externe stroomkabel aan te koppelen, zodat ook hiervoor geen extra brandstof moet verbruikt worden en er dus ook geen extra CO2 uitstoot is.